maandag 5 mei 2014

Cijfermagneetjes

door onze columnist
Voor sommige breintjes zijn cijfers net kleine magneetjes. Valentijn, bijvoorbeeld, kon als 4-jarige volledig uit zijn spel gehaald worden door een rijtje nummers tijdens het weerbericht op tv. Ook voetbaluitslagen, nummerborden of postcodes doen een klein adrenaline bommetje ontploffen zo lijkt het “wat is dat, wat is dat wat is dat wat is dat” klinkt het totdat je uitleg gegeven hebt. En dan even
lekker een tijdje ernaar kijken. T lijkt wel alsof ie een mooi bloemetje bekijkt.

 Zelf kan ik zelden een weerbericht volgen. Meestal begin ik vol goede moed, en word ik weer wakker bij de ‘tot morgen’ ofzoiets.
Om mijn kind toch een beetje te leren begrijpen, heb ik zijn opa, die wiskundige is, eens uitgebreid bevraagd: wat gebeurt er nou in zo iemand, als ie een rijtje cijfers tegenkomt. Hoe ik ook doorvroeg “ja, ik weet niet, het zégt je iets” was alles dat ik er uit kreeg. Daar moest ik een tijdje over nadenken. Ik hoor er niks bij, als ik een rijtje cijfers zie denk ik hoogstens even na over knap het is dat ze het hebben kunnen opbrengen echt álle cijfertjes netjes in een rij te krijgen. Je zou toch minstens bij ééntje wel een spatie vergeten, denk ik dan. Hoe lang zou je daarover doen? Toch, hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik inzie dat dit een heel kernachtige beschrijving is, ‘het zegt je iets’. Dat betoverde koppie voor het weerbericht, beetje schuin gehouden: hij kijkt erbij alsof die cijfertjes praten kunnen.

Doktersbezoeken zijn voor cijfertjesmensen extra leuk. Als een magneetje zweeft mijn mannetje van 5 de kamer in richting cirkeltjes met cijfertjes op de bloeddrukmeter als we bij de oogarts komen. “Wat is dit?” vraagt hij, in een poging om uitleg te krijgen over de magische betekenis van deze ronde opsomming. Het was om om je arm te doen, zei de dokter, kijk maar, hiermee. Valentijn heeft zich al omgedraaid, deze dokter is duidelijk geen metgezel. Braaf gaat Valentijn in de grote stoel zitten: kom maar op met de plaatjes, hij is reuze benieuwd of de sterkte van zijn ogen nog dezelfde cijfertjes heeft, en of zijn rechteroog nog wint van zijn linker. De dokter doet de lamp van het scherm aan. Deze keer geen letters meer, maar echte cijfers op het scherm! Ah gelukkig, denk ik, dat zal ie leuk vinden. De vorige keer was 't zo’n gelazer geweest toen de 5 letters geen bestaand woord maakten, grote paniek: hij kon het niet lezen. “Vertel maar, wat staat hier” vraagt de dokter.

Het wordt oorverdovend stil. Verbaasd kijk ik op. Valentijn ziet eruit alsof er bij hem ook een knopje is aangezet, en kijkt met een intense blik naar het scherm. “Begin maar” probeert de dokter nog eens. Stilte. Ik kijk dan nu verbaasd naar het scherm en zie 3 6 2 4 8 op het scherm staan. Wat heeft ie nu, waarom zegt ie niks? De dokter kijkt verbaasd van Valentijn naar het scherm en zoekt vervolgens een verklaring bij mij. Ja eh, je hoeft niet naar mij te kijken hoor, ik hoor ook niks, maar het zégt hem iets, hè, denk ik bij mezelf. De dokter keert maar weer terug naar Valentijn, die nog altijd onafgebroken naar het scherm staart, vurige donkere ogen, prevelt iets. Er glijdt een allervriendelijkst licht meewarig waasje over het gezicht van de dokter als hij weer naar mij kijkt en dan aan Valentijn uitlegt dat het helemaal niet erg is, hoor. “weet je wat, anders proberen we voor jou gewoon de plaatjes nog een keertje” zegt de dokter als plotseling Valentijn in zijn grote stoel tot een uitbarsting komt: “zesendertigduizendtweehonderdachtenveertig”!!