maandag 24 november 2014

GSV HB onderwijs volgens…. Johan van der Mark

Johan van der Mark is op de Groningse Schoolvereniging (ofwel GSV) als coördinator van de hoogbegaafdheidsklassen vanaf het begin betrokken geweest bij deze afdeling.

Johan, hoe ben je met het HB-onderwijs in aanraking gekomen? 
“De GSV is altijd al van mening geweest dat zij uit elk kind wil halen wat er in zit, op alle niveaus. We merkten echter dat er een groep kinderen is voor wie we dit - ondanks al onze inspanningen - niet waar konden maken. Hoewel we ook regulier werken met kleinere klassen, geen combinatieklassen kennen en standaard differentiëren op drie niveaus, blijven er kinderen die altijd klaar zijn.
Toen zocht Jan Hendrickx, initiatiefnemer van het Leonardo onderwijs, contact met ons. Vanuit Venlo werkte hij aan een landelijk dekkend netwerk van Leonardoscholen. Jan Hendrickx, Ton (onze directeur) en ik zijn in gesprek gegaan en het concept sprak ons erg aan. Met toestemming van het bestuur van de GSV konden we in 2010 van start met de eerste fulltime hoogbegaafdheid (HB) klas.”

Hoe start je met een nieuwe vorm van onderwijs?
“Allereerst wil ik zeggen dat ik het nooit als een experiment heb gezien, maar als een vorm van onderwijs implementatie.
Ouders vertrouwen je hun kind toe, daar moet je serieus mee omgaan. Experimenteren past daar niet bij. Natuurlijk was het in het begin wel zoeken en hebben we last gehad van kinderziektes. Je moet tenslotte van een theorie de omslag maken naar de praktijk. Onze eerste HB meester was meester Martin*. Zijn eerste klas, met 16 kinderen (9 kinderen van de GSV en 7 van daarbuiten), startte in een kerkgebouw hier in de buurt omdat in ons eigen gebouw niet voldoende ruimte was. Meester Martin zat daardoor geïsoleerd van de rest van het team en had zodoende minder mogelijkheid om te sparren. Martin is wel een aantal malen naar Dronten geweest om collega’s van de Leonardo klassen daar te spreken. Daarnaast had hij contact met Sonia van Enter, de dame die het curriculum ontwikkeld heeft. Wat opvalt is dat we al vanaf het begin veel communiceren met de ouders van de hb-kinderen. Zij hebben vaak een hele geschiedenis achter de rug, met hun kind(eren) en soms ook zelf, en hebben daardoor een gevoelige antenne ontwikkeld waar het hun kind betreft. Wij helpen graag om ze gerust te stellen en om problemen op te lossen. Er gaat veel tijd in zitten, maar het is heel begrijpelijk èn belangrijk en bovendien heel dankbaar om te doen.”
*zie het interview met meester Martin ….

En nu, hoe gaat het nu met het HB onderwijs op de GSV? 
“We hebben het onderwijs nu goed op de rails. Samen: school, kinderen en ouders. Er zijn inmiddels 3 HB klassen van 20 kinderen en we krijgen hele positieve reacties. Ouders die binnen een paar weken zeggen “ik heb mijn kind weer terug”. Kinderen die psychisch en lichamelijk beter in hun vel zitten en weer met plezier naar school gaan. Zoals elke HB school hebben we nog wel zorg over de financiën, deze vorm van onderwijs is kostbaarder dan dat van reguliere klassen.”

Waar ben je trots op? 
“Ik ben trots op ons betrokken, hardwerkende team. Ik ben er ook trots op dat we in drie jaar tijd van 16 kinderen in een kerk gegroeid zijn naar 3 hoogbegaafdheid klassen binnen ons eigen gebouw. Daarmee is onze GSV HB afdeling nu naast ons tweetalig onderwijs en de internationale afdeling een mooie derde pijler binnen de GSV geworden. Het belangrijkste blijft echter de bevestiging van ouders dat ze hun kind weer gelukkig zien.”

Wat is volgens jou het grootste verschil tussen HB- en regulier onderwijs? 
“Dat is vooral de combinatie van topdown onderwijs en de snelheid waarmee de kinderen door de stof gaan. Daarnaast is er extra differentiatie per kind: alle methodes worden op maat gebruikt. Uiteraard gebruiken we het HB Curriculum.* Dit combineren we met de IPC methode (International Primary Curriculum).* Laat het duidelijk zijn: fulltime HB onderwijs is iets heel anders dan een plusklas!”
* hierover meer in artikel HB Curriculum

Waarom is het zo belangrijk dat er hoogbegaafdheidsonderwijs is? 
“Heel simpel: er is verder geen specifiek onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. Er zijn mensen die zeggen dat dit niet nodig is. En natuurlijk staat het welbevinden van het kind voorop: als dat lekker in zijn vel zit op een reguliere school, is dat prima. Toch komt er bijna altijd wel een moment dat deze kinderen vastlopen. Zorg aan de onderkant is in zo’n geval goed geregeld, maar aan de bovenkant niet. Terwijl veel van de hoogbegaafde kinderen het zonder aanpassingen echt niet redden: ze leren niet op hun niveau en krijgen psychische en fysieke klachten. Er moet gewoon professioneel onderwijs beschikbaar zijn voor deze groep, inclusief de daarvoor benodigde financiën. Gelukkig is er al wel een kentering gaande. In tegenstelling tot drie jaar geleden spreek ik nu nog zelden mensen die dit niet begrijpen.”

Heb je tips voor andere scholen die met het HB concept willen werken? 
“Uit ervaring zou ik zeggen: als je start met één groep, stel dan in elk geval twee docenten aan. Dat geeft ze de mogelijkheid om met elkaar te sparren. Daarnaast moet je je docenten zorgvuldig uitkiezen. Ze moeten er tegen kunnen dat ze links en rechts intellectueel ingehaald worden door de kinderen. Ze moeten er vertrouwen in hebben dat een kind zijn einddoel wel bereikt, ook al kiest het zijn eigen route. En ze moeten erg goed structuur aan kunnen brengen, daar zijn deze kinderen vaak extra gevoelig voor.”