maandag 24 november 2014

HB onderwijs volgens…. meester Martin

Onze enthousiaste meester Martin (28) geeft al sinds de oprichting in 2010 les aan de HB-afdeling van de Groningse School Vereniging.  

Meester Martin, hoe ben je in het fulltime hoogbegaafdheidsonderwijs terechtgekomen?
“Meester worden was geen jongensdroom. Toen mijn opleiding tot tuinarchitect vastliep op plantkunde -1600 latijnse plantennamen uit je hoofd leren is best lastig – keek ik verder om me heen. Waar kon ik al mijn energie en creativiteit in kwijt? Het bleek het onderwijs te zijn.”



Martins brede interesses leidden hem naar de specialisaties management & leiderschap en bewegingsonderwijs. Daarna brachten ze hem zelfs tot in Tanzania, waar hij een tijd les heeft gegeven in voor ons middeleeuwse omstandigheden. “Leerlingen zonder boeken, klaslokalen zonder vensters... je wordt er wel creatief van,” weet meester Martin, “want hoe behaal je je leerdoelen in dergelijke omstandigheden?”

En toen kwam die vacature voor een leerkracht van een Leonardoklas. Martins nieuwsgierigheid was direct gewekt en hij werd  meester van de eerste fulltime HB klas op de GSV.

Hoe start je met een nieuwe vorm van onderwijs?
“Het was een interessante, maar ook moeilijke tijd. In het begin waren coördinator Johan van der Mark en ik het hele team en  moesten we met trial en error uitvinden wat werkt en wat niet.” Enige mate van creativiteit en meester Martins drang om te creëren kwamen daarbij goed van pas. “Het meeste leer je van de kinderen zelf,” weet hij inmiddels. Martin probeert vooral goed naar ze te kijken. En te luisteren. “Kinderen zijn goede raadgevers. Ze kunnen heel goed aangeven wat eraan schort.”

We zijn nu drie jaar verder, wat is de stand van zaken?
“De fulltime HB-afdeling van de GSV is inmiddels uitgebreid naar 3 klassen. Per vak worden de kinderen ingedeeld op niveau, er wordt dus volledig gedifferentieerd. Leeftijd is daarbij niet van belang. Naast de reguliere vakken krijgen de leerlingen extra's aangeboden in de vorm van bijvoorbeeld schaakles en Spaans. Er wordt gewerkt met zowel het officiële HB-curriculum als met IPC, een strategie die zich richt op het behalen van vaardigheidsdoelen. Toetsen worden vooraf gebruikt als diagnostisch instrument en alle kinderen worden standaard doorgetoetst. De lesstof wordt zoveel mogelijk topdown en met beeld aangeboden. Om goed aan te sluiten bij de leerwijze van de kinderen ontwikkel ik indien nodig nieuw lesmateriaal. Zo werk ik op dit moment aan passend schrijfonderwijs.”

Waar ben je het meest trots op?
Hoewel meester Martin zijn lessen en aanpak blijft verbeteren, zijn voor hem de leerdoelen  toch niet het allerbelangrijkste aan het GSV HB-onderwijs. “Het mooiste is om te zien hoe kinderen opbloeien in mijn klas. Kinderen die plotseling niet meer bedplassen, eczeem dat spontaan verdwijnt. Kinderen die sociaal onhandig werden geacht en die opeens een heleboel vriendjes en een uitstekend inlevingsvermogen hebben. De kinderen voelen zich hier begrepen en gewaardeerd, ze krijgen op de HB bijvoorbeeld wèl een luisterend oor als ze in groep 3 over hydraulische systemen vertellen.”

Wat is volgens jou het verschil tussen een fulltime HB- en een reguliere klas?
“Toen ik net startte bij de GSV werkte ik deels in een reguliere klas en deels in de HB-klas. Dat was enorm schakelen. Waar ik in de reguliere klas veel uitleg gaf, hadden de HB-kinderen vaak maar een half woord nodig. Ze leggen snel verbanden en hebben over het algemeen een goed ontwikkeld ruimtelijk inzicht. Daarnaast zitten veel GSV HB-kinderen nogal in hun hoofd (wijst lachend naar de volgende leerling die snel zijn gymtas uit het lokaal grist): er zijn er wekelijks zo vijf van de twintig die hun gymtas vergeten. Het is belangrijk om deze volle hoofden structuur te bieden en dat is NIET omdat ze autistisch zijn,” benadrukt Martin. “Wat verder opvalt is dat deze kinderen graag vooraf het nut willen weten van wat ze leren, dat maakt leren interessanter en makkelijker voor ze. We werken daarom veel met realistische onderwerpen, zodat ze een goed beeld krijgen van de praktische toepassing. Waar ze sterren in zijn: het verzinnen van excuses. Ook daarin zijn ze erg slim! Zorg ervoor dat je gebrekkige motoriek en motivatieproblemen niet met elkaar verwart, ze kunnen juist wel eens met elkaar te maken hebben.”

Waarom moet er fulltime hoogbegaafdheids onderwijs blijven?
“Laat ik voorop stellen dat passend onderwijs per kind verschilt, er zijn hoogbegaafde kinderen die het op een reguliere school prima doen. Wat me opvalt aan de kinderen die hier komen is dat ze eindelijk het gevoel hebben binnen de groep te passen. Het is mooi dat kinderen op een reguliere school aangepast werk kunnen krijgen en bijvoorbeeld mee mogen lopen met een hogere groep, maar dit plaatst ze wel in een uitzonderingspositie. Denk er om dat ze niet geïsoleerd worden, want dat kan nadelige gevolgen hebben voor de sociale ontwikkeling. Daarnaast hebben hoogbegaafde kinderen gewoon een ander aanbod nodig op het gebied van lesmateriaal. Ieder kind heeft het recht om te leren.”

Heb je tips voor docenten van reguliere klassen?

“Tja… daar zeg je zo wat. Elk kind is uniek: kijk goed naar het kind zelf. Toets kinderen door om te ontdekken waar ze staan. Waak er voor dat je een kind – met al je goede bedoelingen – niet isoleert van de groep. Houd er rekening mee dat ook slimme kinderen instructie nodig hebben, als ze alles zelf kunnen is het waarschijnlijk te makkelijk. Voor deze kinderen moet je de reguliere lesstof behoorlijk inkorten, bied ze daarnaast daarom veel uitdaging in de breedte. Goh… dat zijn toch best veel tips!”